Een van de meest besproken presentaties dit jaar op SXSW was de keynote van Astro Teller. Hij is het hoofd van Google’s afdeling voor speciale projecten, bekend onder de naam GoogleX. Google zelf omschrijft deze afdeling als het laboratorium voor ‘moonshots’. Het idee van een moonshot is geïnspireerd op NASA. In de jaren 60 van de vorige eeuw heerste daar een enorme bedrijvigheid en energie omdat het idee om naar de maan te gaan de organisatie enorm inspireerde tot grootse daden. Dit soort ambitieuze projecten die de wereld op de kop kunnen zetten is precies dat waar Google graag op mikt.
Niet alle innovatieve projecten zijn ‘moonshot’ projecten. Google beoordeelt mogelijke moonshots aan de hand van drie criteria:
- De noodzaak: een project moet een probleem op wereldniveau aanpakken.
- Technologie: er moet sprake zijn van baanbrekende technologie.
- Radicale oplossingen: een project is alleen interessant als het op de oplossing radicaal anders is dan alles wat daarvoor ooit eens is geprobeerd.
Pas als aan alle drie de voorwaarden is voldaan is er sprake van een moonshots-project.
Falen als strategie
Astro Teller begon zijn presentatie met een voorbeeld van een vest waarmee continu hartmetingen worden gedaan. Na 6 maanden hard werken door het bedrijf waarvan Teller eigenaar was voordat hij bij Google begon, werd het uitgetest en werd mensen naar hun mening gevraagd. Ze vonden het niks. De fout? Te laat gebruikers bij het project betrekken. Die les nam Teller mee naar GoogleX dat inmiddels vijf jaar bestaat.
De belangrijkste indicator om te beoordelen of een project goed op weg is, is falen. Pas als een project voldoende mislukkingen op zijn naam heeft staan, mag er verder worden gewerkt. Een project moet zo snel mogelijk aan de buitenwereld worden gepresenteerd om te testen of het idee potentie heeft. Ook het personeel binnen Google wordt beoordeeld op falende projecten. Pas als je fouten maakt leer je en ga je dus vooruit. In de woorden van Astro Teller ‘a ton of progress means a ton of mistakes‘.
Een interessant uitgangspunt dat wat mij betreft ook in het onderwijs best centraal mag staan! Je leert pas echt als je fouten maakt, als je risico’s neemt en durft te falen. Bovendien is het ook gewoon goedkoper om in een vroeg stadium te falen. Fouten die je maakt in een later stadium zijn veel duurder om te herstellen. Daarom moeten experimenten vooral zo snel mogelijk in de praktijk plaatsvinden om zo snel mogelijk te ontdekken wat werkt en wat niet werkt. Klinkt natuurlijk prachtig zo’n faal-KPI, maar in de praktijk is dat best moeilijk. Want welke manager of docent durft een hoog cijfer te geven voor een compleet gefaald project?
Voorbeelden
Teller deelde een aantal projecten waaraan GoogleX op dit moment werkt. Het bekendste project is ongetwijfeld de zelfrijdende auto. Op deze foto zie je een vrouw die een eend aan het verjagen was met een bezem. Dat gebeurde tijdens een test met de zelfrijdende auto. De auto deed het prima. De auto stopte en ging pas verder toen de eend en de vrouw van de weg waren. Dit soort situaties kun je op de tekentafel niet bedenken: je komt ze alleen maar tegen als je testen doet in de echte wereld.
Een ander bekend project van GoogleX is Google Glass. De augmented realitybril die in de media vaak als een mislukking wordt omschreven. En daarom door Google als een succesvol project wordt getypeerd.Onderdeel van het project was het ‘explorer programma’. Een groep mensen kreeg zo’n bril en de opdracht om zoveel mogelijk ervaringen op te doen. Teller geeft toe dat er bij het project fouten zijn gemaakt. “”We did things that encouraged people to think this was a finished product,” aldus Teller. “We could have done a better job of communicating that [but] I’m not sorry about those bumps and scrapes.”
Een ander, minder bekend, project dat Teller demonstreerde was Makani. Dit is een project waarmee windenergie wordt opgewekt met een vliegende windmolen. De gedachte is dat hoger in de lucht sterkere wind is die ook stabieler is. Daarmee kan veel meer windenergie opgewekt worden dan tot nu toe. Larry Page, de hoogste baas van Google, gaf daarom ook de opdracht om minimaal vijf windmolens te laten crashen zodat ervan geleerd kon worden. Het team ging daarom op zoek naar extreme situaties. Maar tot Tellers spijt volgde er geen crash. Het team was daarom toch teleurgesteld. De bedoeling was immers om de windmolen te laten crashen zodat geleerd kon worden van de fouten.”We failed at failing”, aldus Teller.
Conclusie
Falen is niet hetzelfde als mislukken. Google laat zien dat je vooruitgang boekt door fouten te maken. Teller zou alleen graag willen dat fouten wat sneller zouden ontstaan. De oproep van Teller is dat iedereen zijn eigen moonshot zou moeten navolgen en daarbij vooral te leren van fouten. Ik denk dat we op Windesheim veel kunnen leren van deze uitgangspunten. Ik zou graag met studenten werken aan projecten die (op kleinere schaal) zijn te typeren als een moonshot project en daarbij dan ook eindelijk eens een beloning te zetten op het maken van fouten. Je krijgt alleen een voldoende als je faalt! Ideeën hiervoor zijn welkom. Hoor ze graag in de reacties!