Als mensen aan mij vroegen: ‘naar welk land zou jij graag willen?’ dan zei ik altijd Amerika, om eindeloos te shoppen in New York en om te feesten in Miami. Of naar Brazilië, sambadansen met de locals in Rio de Janeiro en naar de spectaculaire watervallen van Iguazú. Herkenbaar? Maar waarom eigenlijk niet naar het Verre Oosten, oftewel naar China?
China, een land met een immense oppervlakte van 9.571.300 km2, daar past Nederland 239 keer in! Een land waar nog steeds een strenge hiërarchie heerst, maar ook een land waar de maatschappij meer functioneert op basis van persoonlijke relaties, dan op basis van wetten. China haalt dagelijks de krantenkoppen en wordt steeds meer gezien als een toegankelijker land dan voorheen. Steeds meer bedrijven over de hele wereld willen iets van China, want ook zij weten dat daar het geld zit. Bedrijven gaan echter nog vaak hard onderuit als het aankomt op zakendoen met Chinezen. Wat doen deze opportunisten fout?
Komt het woord ‘mianzi` je bekend voor? In China heeft elke individu een gezicht, een bedrijf heeft een gezicht en zelfs China heeft een gezicht. De term mianzi verwijst dus naar het publieke en sociale imago. Wij kunnen ons niet voorstellen hoe belangrijk mianzi voor Chinezen is, maar zonder ‘gezicht` heb je geen status in China. Om gezichtsverlies te vermijden, hebben Chinezen een indirecte communicatievorm ontwikkeld. Er wordt gebruikgemaakt van indirecte taal en van indirecte acties. Daarom willen Chinezen elkaar eerst goed leren kennen. Om vertrouwen op te bouwen, worden feestmaaltijden of uitstapjes georganiseerd. In de ogen van de Chinezen is dit noodzakelijk en hier wordt ook de tijd voor genomen, je kan dan ook wel raden wat er fout gaat als westerlingen zaken komen doen. Volgens ons moet alles gehaast, tijd is immers geld en dus ook wanneer we zaken gaan doen met Chinezen. Ook zitten wij graag op de praatstoel en gaat het om het ‘mooie’ verkooppraatje, hierdoor is de kans klein dat we de indirecte taal en indirecte acties van de Chinezen opmerken. Ben je geïnteresseerd in het zakendoen met Chinezen en wil je dit laten slagen, neem dan naast je visum vooral geduld mee. Naast het hebben van geduld is het belangrijk om te weten dat Chinezen vrij nationalistisch zijn. In het Westen wordt ongenuanceerd gesproken over bepaalde ingewikkelde kwesties waaronder politiek, dat is in China niet het geval. Mocht je naar China gaan om bijvoorbeeld zaken te doen, dan raad ik je aan om je in te lezen over de geschiedenis en de cultuur van het land.
Vorig jaar heb ik de minor Doing Business in China gevolgd op Windesheim. Ik stapte helemaal blanco in deze minor, maar naarmate de weken verstreken raakte ik steeds meer geïnteresseerd in China. Als klap op de vuurpijl gingen we nog zestien dagen naar China, waar we Chongqing, Chengdu en Beijing bezochten. Dit is de mooiste reis die ik tot dusver heb gemaakt en geloof me, de panda’s in Chengdu wil je niet missen. Maar ook de gebouwen zijn immens, het is overal druk, het eten is zalig en de Chinezen zijn ontzettend vriendelijk en gastvrij. Aangezien ik zo enthousiast ben en mijn nieuwsgierigheid naar het land nog niet gestild is, ga ik per september een half jaar studeren in China.
Ik denk dat er momenteel een Chinavirus heerst in de wereld en dat de aantrekkingskracht en de invloeden van China blijven groeien. Wat mij betreft is China een heel interessant land en wegens de culturele verschillen misschien soms ook complex. Hopelijk heb ik jou ook enthousiast gekregen of op zijn minst nieuwsgierig gemaakt naar dit excentrieke land. Mocht je nog een gevorderde minor moeten kiezen, dan raad ik je echt aan om Doing Business in China op Hogeschool Windesheim in Zwolle te gaan volgen.
Laat jezelf overrompelen door alle gebruiken van de Chinezen en deze prachtige cultuur!
Door: Lisa Feenstra – Freelance blogger