Dagelijks komen we zowel online als offline met diverse advertenties in aanraking. De mogelijkheden voor online adverteren zijn meer divers dan bij offline adverteren. In deze blog een overzicht van de grootste verschillen tussen online en offline adverteren.
Bereik een specifiekere doelgroep
Via online media kun je veel gerichter adverteren. Neem de sociale media als Facebook, Twitter en Instagram. Voer geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en regio in en je advertentie komt bij die specifieke doelgroep terecht. Via klassieke media is dat lastiger en moet je veel kennis hebben van de doelgroep van radio- en televisievzender en het tijdschrift of krant. RTL 7 is tegenwoordig een ‘mannenzender’ maar dat wil natuurlijk niet automatisch zeggen iedere man daar naar kijkt.
Meten is weten
Het resultaat van een ‘klassieke’ advertentie is lastig meetbaar. Online zijn er daarentegen diverse tools om te kijken hoe je advertentie presteert. Via Google Analytics en de statistieken van Facebook, Twitter en Instagram kun je zien hoeveel mensen je bereikt hebt. Maar ook hoeveel mensen geklikt hebben. Het voordeel van deze inzichten is dat je kan analyseren wat voor type advertenties rendabel zijn. Zijn ze niet rendabel dan optimaliseer je ze.
Minder geld, meer bereik
Online adverteren is een stuk goedkoper dan adverteren via klassieke media. Een advertentie in de regionale krant met een oplage van 10.000 stuks kost een paar honderd euro. Hierbij blijft de vraag of alle lezers ook daadwerkelijk de advertentie gezien hebben. Bij online adverteren ben je voor eenzelfde oplage een paar tientjes kwijt. Leidt een online advertentie tot een hoge ROI, verhoog dan het budget voor deze advertentie voor een nog grotere oplage.
Crossmediaal versterkt
Online adverteren is doelgroepsgerichter, goedkoper en meetbaarder. Dit wil niet zeggen dat je niet meer via klassieke media moet adverteren. Meestal heb je te maken met een online en offline doelgroep. Zet een crossmediale campagne op en zorg ervoor dat zowel de online als offline media elkaar versterken.
Door: Koen Hindriks