Armoede is een “fundamenteel karaktergebrek.” Althans, dat zei Margaret Thatcher, de eerste vrouwelijke premier van Engeland. Een controversiële uitspraak die tegenwoordig hoogstwaarschijnlijk politieke zelfmoord tot gevolg heeft. Onze Mark Rutte past in ieder geval wel op zijn mond aan een dergelijke uitspraak te branden.
Toch zet deze quote me aan het denken. Afgelopen week vloog er toevallig nog een video voorbij op mijn Facebook tijdlijn. “Als ze de uitkeringen nou wat hoger maakten, dan hoefde ik ook niet zoveel te doen”, vertelde een man uit de bijstand. Bijzonder Hoogleraar Wilco van Dijk vertelt dat het maken van slechte economische keuzes verbonden is aan onze persoonlijkheid, kennis en vaardigheden. De mens laat zich leiden door emoties en raakt gefrustreerd door een teveel aan keuzemogelijkheden.
Schaarstementaliteit
Arme mensen lenen meer, leven ongezonder en tonen minder initiatief dan rijke mensen (bron). Maar is dit hun eigen fout? Niet volgens psycholoog Eldar Shafir. Hij bewijst dat armoede een schaarstementaliteit oproept: arme mensen zijn voornamelijk gefocust op het oplossen van korte termijnproblemen. En dit komt niet doordat ze dom zijn, maar doordat ze in een situatie leven die oproept tot het maken van dergelijke beslissingen.
Communicatie-lasso
Te midden van die schaarstementaliteit slaan wij onze slag. Wij: de marketeers en communicatieprofessionals. Onze oren zijn gespitst, onze ogen flitsen heen en weer. Wij zijn op zoek. We zoeken naar behoeften. Naar manieren om een behoefte te creëren, zodat we daar direct op kunnen inspelen. En hiervoor gebruiken we trucjes, van neuromarketing tot aan behavioral targeting. We gooien een communicatie-lasso en trekken zo onze arme klanten naar ons toe.
De communicatiepestkop
Is dit wel eerlijk, of is het gemeen? Misschien doen we onrecht tegen de onwetende, onvermogende mens. Onze medemens, die eigenlijk niets kan doen aan zijn erbarmelijke situatie. Als ons werkgebied een school was, welke rol vervullen wij dan? Ik hoopte altijd dat ik een leraar kon zijn. Dat ik mensen kon helpen, kon informeren, misschien zelfs wel opleiden. Maar misschien ben ik met al mijn communicatietrucjes wel de pestkop van de klas. De communicatiepestkop.
Door: Emiel ter Veldhuis